2 augustus 1942

In de gevangenis in Arnhem zit mijn grootvader te wachten op zijn rechtszaak. Twee maanden nadat hij gevangen is gezet komt hij voor in Amsterdam. Hij is er kapot van, maar ziet nog steeds het grotere plaatje niet. Inmiddels is het 1942 en moet toch – vooral tot de joden – zijn doorgedrongen dat er verschikkelijke zaken gaande zijn.

Huis van Bewaring, Arnhem
Liefste vrouw, Moe en kinderen,
Je opgewekte brief kwam gisteravond in mijn bezit, en je wordt bedankt voor al je goede zorgen. Jammer genoeg heb ik geen opgewekt nieuws, schrik dus maar niet. Vrijdag ben ik namelijk in Amsterdam voorgeweest tegelijk met Albert en ben veroordeeld tot 1 jaar tuchthuisstraf met aftrek van 7 weken preventief. Als ik nog leef kom ik dus ongeveer 15 Juni 1943 weer vrij. Je begrijpt dat ik er kapot van was, vooral daar mijn zaalgenoten de meest optimistische gedachten hadden geopperd. Een advocaat heb ik niet gezien, ’t was voor ’t Feldkriegsgericht. Er is misschien hooger beroep mogelijk, maar ik zie daar maar vanaf, tenzij jij er anders over denkt. Ik heb mij niet goed verdedigd, misschien was ’t beter geweest als ik niet eerlijk was geweest. Enfin ik moet me maar schikken in mijn lot en er op rekenen dat ik nu spoedig uit Arnhem verdwijn. Misschien mag je me nog bezoeken, als je ’t aanvraagt bij ’t Kriegsgericht in Utrecht Singel 548 A’dam? Mijn nummer is nu 872, gelukkig zit ik nog op dezelfde zaal. Eenigen zijn vertrokken, o.a. mijn schaakpartner de dominee en een paar nieuwe zijn gekomen. Ik voel me nog goed in orde maar slaap slecht. Van Betty, Oma, Opa, Cor en jullie, ook uit Schiedam ontving ik kaarten, bedank vooral allenvan mij. Fijn dat je je goed voelt Annie, maak maar veel pret met de kinderen en neem ‘t er goed van. Ik slaap nu weer in een krib, en daar ’t wat warmer is, draag ik gewoon ondergoed. Annie postwissels moet je aan M. Worms adresseeren. Leuk jullie bezoek aan Terborg en eenig voor Betty zoo van huis. Naar Myra verlang ik erg, maar ik houd maar moed en ga nu aftellen. Nog 313 dagen. Met de zaak moet je maar zien, vrouwtje, moet je geen bankprocuratie hebben? Je moet ’t geld maar opeten, en zorgen dat je kasmiddelen houdt. Doe je moeder vooral de groeten en doe haar mijn beste wenschen, misschien valt ’t mee. Ik houd er de moed maar in en jouw moed en trouw maken mij sterk om alles te dragen. Schrijf mij maar veel brieven, daar kijk ik steeds naar uit en je opgewektheid doet mij goed. Fijn dat je nog wat in den week hebt, wees er maar zuinig op, want de oorlog kan nog lang duren. Profiteer maar van ’t mooie weer en vermoei je niet te veel. Houd Moe zich flink onder alle beproevingen? De groeten aan allen, vrienden en klanten. Veel plezier in de vacantie, vele groeten en kussen aan mijn schatten, Moe en vooral veel liefs voor jou vrouwtje,
van je
Max

Plaats een reactie