Ongedateerd

Dit verhaal is geen verhaal. Het kent geen kop en geen staart. Geen einde. Nou ja, hooguit wanneer je vaststelt dat de eeuwige cirkel van het leven af en toe verandert in een stoomwals, die de levens van onschuldige mensen platwalst. Dit verhaal dat geen verhaal is betreft vooral het leven van mijn opa en oma, Max en Annie Worms. En het leven van hun vier kinderen: mijn moeder Betty, haar broer Fred, haar zuster Myra en haar jongste broer Max. Maar de stoomwals heeft ook mijn leventje geraakt.
Als kind heb ik me nooit afgevraagd waarom mijn oma een mannennaam had. We noemden haar namelijk oma Max. Gaandeweg werd me duidelijk dat er een opa was die ik nooit had gekend. En van lieverlee – naarmate ik meer over hem hoorde – groeide er een verwantschap met die man. Ooit heb ik mijn oma beloofd deze hele geschiedenis samen met haar op papier te zetten. Je weet hoe dat gaat. We zijn er nooit aan toe gekomen. Tot ik een aantal jaren geleden geleden opeens een aantal brieven van mijn opa in handen kreeg.

Liefste vrouwtje, Moe, Betty, Freddeko en Myra,
Wat was ‘t fijn dat ik je vanmorgen gezien heb en wat was ik trotsch op je dat je je zoo flink gehouden hebt in alle moeilijkheden en mij zoo geruststelde. Dit geeft mij weer moed om de komende tijden af te wachten. Vrouwtje houd je vooral goed, ontzie je gezondheid en die van de kinderen en Oma, en wees niet prikkelbaar, maak je niet te druk, dan blijft ons gezinsverband prettig bewaard en ‘keep smiling’ dat is zo fijn voor de kleuters. In mijn gedachten ben ik den heelen dag bij jullie, want tijd heb ik te veel, elke dag duurt ontzettend lang. Wel heb ik een paar leesboeken, maar ’t vele lezen maakt je suf. Wat had die fijne Bets een mooi rapport, zij mag ’t postzegelalbum van me cadeau, maar moet ’t netjes bewaren, en mag van mijn gomstrootjes gebruiken. En Freddeko wordt een jongen waar Papa trotsch op zal zijn die later net zulke mooie cijfers krijgt. Jongens, spelen jullie maar veel en fijn, ’t weer is nu mooi. Vorige week hebben we samen nog fijn gewandeld, hè? Wanneer weer eens? Ik kan wel 20 van deze papiertjes volschrijven en moet zuinig zijn. Annie, doe vooral de groeten aan Oma en Opa en breng ze mijn beste wenschen over. Vanavond heb ik voor ’t eerst alle 3 sneden brood verorberd, maar met ’t middageten gaat ’t niet vlot. Ik ben weer van cel veranderd, heb nu 26, 1e etage met een andere kamergenoot, de 4e in een week. Annie eet zoo goed mogelijk maar wees vooral zuinig, ik zal mijn ondergoed weer meegeven, en zou graag een overhemd hebben en een bruin dasje.
Zondagochtend vervolg: Vooral nog bedankt voor al je goede zorgen, ik krijg gelukkig uit de cantine. ’t Is erg warm in de cel de Zondag is nog stiller dan andere dagen. Annie speel maar viool (ik hoor ’t toch niet) en zing maar veel met de kinderen en Opa. Fijn dat je been zoo vooruit gaat, ga maar veel met Myra uit, of doet Oma dat nog? ’t Weer is prachtig voor de kleine. Nu jongens houdt jullie maar goed, vele groeten aan allen, ook aan Cor en juffrouw Visser. Rust en kracht, moed en vertrouwen en vele kussen van
Max